‘Het enorme aanbod van duurzaamheidslabels’
Een grote opkomst in Amsterdam op het derde Cradle to Cradle café van 2016. Deze keer georganiseerd door het C2C Café en de C2C Bouwgroep. Vandaag zullen drie sprekers ingaan op wat nu echt belangrijk is? Hoe vind je bijvoorbeeld de weg door het woud van alle duurzaamheidslabels? Is energieneutraal ook duurzaam? Is een duurzaam interieur hetzelfde als een gezond interieur? Wat is de verhouding tussen een duurzaam productlabel en een duurzaam gebouwlabel?
Senior consultant Jeroen Kanselaar van SGS Search is de eerste spreker van vandaag. Uiteraard wil hij helderheid creëren in de talloze duurzaamheidslabels die er bestaan. Want het uiteindelijke doel is circulariteit gemeengoed maken vanuit ieders perspectief in ieder bouwproces of gebouw. De vraag is niet meer of opdrachtgevers vragen om Cradle to Cradle oplossingen, maar meer een kwestie van de mate waarin zij dat doen. Voordat de markt gewend is aan de toepassing hiervan moet er nog wel het één en ander gebeuren. Daarbij is een verandering van mindset van belang. Het gaat om verantwoordelijkheid nemen. Een tool zou kunnen zijn dat de bouwbesluiten aangescherpt worden. Het raamwerk voor normeringen ligt er maar de eisen zouden meer en meer gespecificeerd moeten worden. Daarnaast is aandacht besteden aan de P van People een pré. Want hier ligt de toekomst. Of het nu gaat om het BREEAM keurmerk of om de Cradle to Cradle certificering. De volgende stap is om de impact van materialen op de gezondheid van gebouwen te benadrukken. BREEAM is een middel, een weg. Geen doel op zich, het heeft een breder perspectief. Opdrachtgevers zouden binnen dit principe gezondheid meer onder de aandacht moeten brengen. De energiecomponent krijgt nu nog teveel waardering. Jammer genoeg ervaren gebouweigenaren en ontwikkelaars dit nog niet als belangrijk, terwijl dit zonder twijfel een zeer belangrijk onderdeel is om je bedrijfsvoering soepel te laten lopen. Het gebouw is geen doel, maar een middel voor je primaire processen. Dan is het toch logisch om ervoor te zorgen dat het werkklimaat optimaal is, zodat personeel excelleert in zijn werkzaamheden? Een zeer belangrijke gedachteverschuiving waar Jeroen zich hard voor maakt.
Intentioneel positieve impact
Spreker twee van vandaag Thijs Maartens gaat nog een stapje verder in zijn presentatie. Hij stelt dat we een bredere en duidelijkere visie moeten hebben en dat alles begint met eigen verantwoordelijkheid. Hij daagt de mensen in de zaal uit met hem de discussie aan te gaan. Want stellen we onszelf de juiste vragen? Om een transitie richting circulariteit te faciliteren moet informatie die iets zegt over de circulariteit van producten eerst worden opgedaan en verwerkt. Koplopers in de transitie richting een circulaire economie hebben deze informatie reeds beschikbaar. Hij geeft hierbij als voorbeeld de transparantie met de toenemende informatiedeling die we zien in de voedingsindustrie. Men wil weten wat gezond en ongezond is voor mens en milieu voor huidige en toekomstige generaties. Hij refereert aan de Tragedy of the Commons. Een voorbeeld van hoe het niet moet en een leermoment voor ons. Maartens geeft met prachtige voorbeelden aan dat wij zelf het heft in handen moeten nemen. Ga niet naar de goedkope winkelketen zoals de Primark, zorg ervoor dat je producten hanteert en gebruikt met een added value en probeer producten te optimaliseren. Er zijn genoeg producten met prachtige certificeringen op de markt waar we gebruik van kunnen maken. Dit noemt hij de intentioneel positieve impact, waarmee eigenlijk alles gezegd wordt.
Why settle for less, when more is possible?
Owen Zachariasse van Delta development, neemt de laatste presentatie voor zijn rekening en opent met de vraag: ‘welke wereld zou jij morgen willen bouwen? Hiermee wil hij in één keer duidelijk maken dat de verantwoordelijkheid niet alleen ligt bij people en planet maar ook bij business. Binnen zijn bedrijf is hij verantwoordelijk voor ‘innovation and sustainability’ en over dat laatste zegt hij dat dat wat ‘saai’ is geworden. Het woord “duurzaam” heeft namelijk in bepaalde kringen een ruimere betekenis gekregen, vaak in de zin van zuinig, met hoger rendement, minder energieverslindend en zelfs milieuvriendelijk. Het wordt dan op van alles en nog wat toegepast: duurzame productie, duurzaam bouwen, duurzaam klussen en zelfs duurzaam begroten. Maar volgens hem gaat het om bedrijfswaarden, die terug moeten komen. We moeten leren transparant te zijn en leren om goed samen te werken. Hij geeft hierbij aan dat economics hierbij altijd een zeer belangrijke drijfveer blijft want: ‘if it doesn’t make dollars, it doesn’t make sense’. Het voorbeeld waaraan hij refereert is Park2020, het eerste grootschalige duurzame bedrijvenpark dat onder CradletoCradle (C2C) en Breeam certificaat gerealiseerd is. In de ontwikkelfase van bedrijvenpark Park 20/20 is alleen gebruik gemaakt van materialen vanuit een gedachte dat deze zo min mogelijk vervuiling opleveren, de natuur niet verarmen en dus vervangbaar zijn. De materialen moeten een lange gebruiksduur hebben en tot slot kunnen worden gerecycled voor hergebruik.
Een prachtig voorbeeld van de juiste samenwerking van partijen en een absoluut toonaangevend project als het gaat om ontwikkelen met het oog op de gezondheid en leefomgeving van de mensen die er werken. Kortom hét voorbeeld als het gaat om het delen van gemeenschappelijke duurzame waarden, de gezonde en groene werkomgeving en het circulaire denken.
Presentatie Jeroen Kanselaar 30.06.2016
Presentatie Thijs Maartens 30.06.2016