Towards no-waste buildings
Bij steeds meer bouwprojecten wordt het materialenpaspoort samengesteld: een document waarin informatie over alle materialen, producten en systemen is gekoppeld aan het BIM-model. Hierdoor wordt de basis gelegd voor toekomstig (her)gebruik. Tools waarmee gewerkt kan worden zijn Madaster of de Material Passports van EPEA. Waarvoor dienen deze systemen, waaraan moeten ze voldoen en wat kan je ermee in de toekomst? Dit onderwerp staat vandaag centraal in het Cradle to Cradle Café dat voor de tweede keer aanwezig is op de Dutch Design Week in Eindhoven. Een geschiktere tijd en plaats voor deze editie van het Cradle to Cradle Café is er niet.
Het kadaster van materialen; Madaster
Marijn Emanuel is één van de zes oprichters van Madaster, het kadaster voor materialen. Hij is dagelijks bezig de inhoudelijke ontwikkeling van dit platform vorm te geven en vertelt vandaag over de vorderingen. Het platform is in 2017 opgericht en direct ook ‘live’ gegaan met één doel: het afval te elimineren in de bouwsector. De filosofie is duidelijk. Een managementsysteem dat materialen toekomst geeft, dat is hoognodig. Er moet meer inzicht komen en worden samengewerkt om de milieu-impact van materialen duidelijk te krijgen. De risico’s moeten worden verlaagd en er moet worden gewerkt aan businesscases om de waarde van gebruikte materialen te verhogen. En dat begint met een eerste stap: vastleggen wie welke materialen bezit. ‘Waste is material without identity’. Het wordt tijd om de lineaire economie te verruilen voor een circulaire. Want alleen een circulair systeem kan afval elimineren. Bovendien behoudt materiaal met identiteit altijd zijn waarde. Madaster is neutraal en onafhankelijk, maar vooral eenvoudig in gebruik. De doelgroep die het kan gaan gebruiken is vrij breed. Van eigenaren van vastgoed, ontwerpteams, app developers, facility company’s tot aan het totale publiek. Het is 24/7 beschikbaar.
Madaster: kadaster voor materialen | versie 2018
Zero waste luchthaven
“De luchthaven Schiphol heeft uitgesproken in 2030 een zero waste en klimaatneutraal airport te willen zijn,” vertelt Martijn Horsman, spreker twee van vandaag. Daarmee zou Luchthaven Schiphol koploper in de transitie naar de circulaire economie worden. De eerste pijler is zeer ambitieus, voegt Horsman toe. Klimaatneutraal worden is makkelijker te behalen. Als praktijkvoorbeeld noemt Martijn het nieuw ontwikkelde mortuarium op Schiphol, waarbij hij aangeeft dat daar de zojuist besproken materiaalpaspoorten zijn ingezet. Het nieuwe mortuarium heeft een beperkte gebruiksduur. Dit vanwege de ruimtereservering voor uitbreiding van een terminal. Daardoor werd demontabel bouwen vrijwel direct als uitgangspunt gekozen. Deze keuze leidde uiteindelijk tot de uitgangspunten van Cradle to Cradle (C2C) en Circulaire Economie. Immers, demontabel bouwen om makkelijk te kunnen slopen is logisch en materialen weggooien is zonde. Samen met EPEA is er een roadmap gemaakt. In enkele workshops met de adviseurs, aannemer, eigenaar, beheerder én de gebruiker, is onderling kennis uitgewisseld en zijn de visie, kwalitatieve doelstellingen en eerste stappen vastgesteld en gekwantificeerd. De grote gemene deler was respect. Respect voor de overledenen die in het mortuarium worden behandeld, respect voor de mensen die de handelingen uitvoeren, respect voor de nabestaanden, maar ook voor de omgeving en natuurlijk respect voor de planeet en haar resources. Het paspoort werd een kopie van de werkelijkheid.
BAMB – Buildings As Material Banks
Cradle to Cradle betekent letterlijk: van de wieg tot de wieg. Prof. dr. Michael Braungart de bedenker van Cradle to Cradle, doelt hierbij op het feit dat het mogelijk is om alle materialen zodanig te bewerken en te gebruiken dat ze voedingsstoffen in doorlopende kringlopen blijven. Hij onderscheidt hierbij een biologische en een technische kringloop. Wanneer we zover zijn, zal er op geen enkel gebied meer schaarste zijn en vormen de producten op geen enkele manier een bedreiging voor het milieu. Hiermee gaat Braungart duidelijk verder dan het streven naar bijvoorbeeld een lager energieverbruik door beter te isoleren of energiezuinige producten te ontwikkelen. Hein van Tuijl, één van de bevlogen vertegenwoordigers van zijn principes is de laatste spreker van vandaag. Hij wijst op het belang van goede materialen en de verschuiving in de maatschappij. Want er zijn grote ecologische en economische voordelen te halen uit de wijze waarop producten worden ontworpen, geproduceerd, verdeeld, geconsumeerd of gebruikt en terugverwerkt na afdanking. En voor deze producten bestaat het ‘materials passport’. Een bewijs van good practice. Het idee van zo’n paspoort is eenvoudig. Er bestaat een intern en extern paspoort, waarbij het externe paspoort duidelijk de grondstoffen beschrijft. Het werkt als een soort label waarbij aangegeven wordt wat er in zit, in welke hoeveelheid, met welke samenstelling en wat de mogelijkheden voor hergebruik en recycling zijn. Het idee is dat na demontage basismaterialen opnieuw kunnen worden ingezet. Ze behouden hierdoor een waarde, een ‘asset’, die van tevoren is vastgelegd. Het interne paspoort kan dienen als registratiesysteem binnen een producerend bedrijf. Een marktmechanisme van productontwerpen, materiaal-terugwinsystemen en samenwerkingen binnen eigenaarsketens die de kwaliteit, waarde en veiligheid van levering verbeteren. Dit is de toekomst, daar zijn we met elkaar over eens. Een duidelijk kordaat verhaal waarbij Hein ook benadrukte dat de twee soorten paspoorten complementair aan elkaar zijn.
REM’s Epea op Dutch Design Week
Er wordt dus met man en macht toegewerkt naar dynamisch en flexibel ontworpen gebouwen. Gebouwen waarvan de gebruikte materialen hun waarde behouden voor steeds weer nieuwe toepassingen. De Reversible Experience Modules (REM’s) geven een voorbeeld van zo’n flexibel en circulair gebouw. Het is een door EPEA gelanceerde tentoonstelling met als doel de bezoeker te laten ervaren hoe circulair bouwen werkt, met welke materialen en producten dat nu al mogelijk is en hoe materiaalpaspoorten hergebruik ondersteunen; van de ontwerpfase van producten en gebouwen tot aan de recyclingfase. De REM’s zijn onderdeel van het Europese project Buildings as Material Banks (BAMB).
De Reversible Experience Modules (REM) tentoonstelling is in 2018 al op tour geweest langs verschillende Europese steden waaronder Londen, Brussel en Amsterdam. En nu op DDW 2018. We zijn vandaag dus niet voor niets op deze inspirerende locatie. De deelnemers worden na afloop aan het café uitgenodigd om de REM tentoonstelling te bekijken. Hierdoor kunnen de gasten aan de slag met maar liefst 70 modulaire, losneembare en circulair ontworpen gebouwdelen. Bovendien is het mogelijk om op een eigen mobiele telefoon een QR code te downloaden en de materiaalpaspoorten te openen die toegang geven tot alle informatie om circulair gebruik van deze materialen te ondersteunen.
Presentatie Marijn Emanuel 25.10.2018
Presentatie Martijn Horsman 25.10.2018
Presentatie Hein van Tuijl 25.10.2018